Zomertour in de 'bonus'

In de BONUS, het informatieblad voor de ouderen in Brielle, wordt regelmatig over de zomertour geschreven.

Jaap van den Berg kijkt elk jaar weer uit naar de Zomertour

Bonus juni 2016 * jaargang 31 * nummer 116

Dit artikel is uit 2016. Jaap is inmiddels overleden maar we denken terug aan een heel gezellige passagier, met mooie verhalen.

De jaren gaan tellen, ook bij Jaap van den Berg. Dat is niet verwonderlijk voor een man van 94 jaar. Toch woont hij nog op zichzelf en probeert hij zijn tuintje naast zijn woning aan het Dr. De Snooplein nog zelf bij te houden. Zijn actieradius is echter beperkt, moet hij bekennen. “En daarom kijk ik uit naar zo’n dag als morgen, als we met z’n allen weer een eindje gaan rijden.”

Waar de eerste Zomertour van dit jaar precies heen gaat, weet Jaap niet uit z’n hoofd. Dat vindt hij ook niet het belangrijkste. De rondrit brengt hem op plaatsen waar hij zelf niet meer komt en daar kan hij enorm van genieten. “Al die landerijen, ik vind het elke keer weer prachtig om te zien. En de weilanden natuurlijk, ook al lopen er hier niet zo veel koeien meer buiten. Dat vind ik trouwens wel jammer, want een koe hoort toch zijn eigen gras te zoeken.” Elk jaar weer merkt Jaap dat de wereld op het land sterk verandert. Hooien gebeurt bijna niet meer, is zijn ervaring. Het gras wordt meermalen per jaar gemaaid en vervolgens ingekuild om ’s winters dienst te doen als eten voor de koeien.

 

Aardappelen

Het doet Jaap ook denken aan zijn vader, die aardappelcommissionair was. “In de zomer had hij soms 25 man tegelijk aan het rooien. Hij kocht aardappels per bunder of zei een boer dat hij de volgende dag vijftig kisten aardappels moest leveren. Ook kocht hij hele bunders in de grond.” Tijdens de tocht over de eilanden staan de nodige velden aardappelen, stuk voor stuk heel veel groter dan vroeger. Wat voor aardappels het zijn, is moeilijk van een afstand te zien. Vaak zijn het bintjes voor de patatindustrie. Eigenheimers of andere oude rassen staan er nauwelijks nog. “Irene’s, rooie aardappels, die zie ik nog wel, want dat kun je prachtig zien aan die rode bloemetjes.”

Aan het eind van de Bollaarsdijk, heeft Jaap jaren een tuinderij gehad. “Samen met Roel Nolde hebben we allebei een bunder gepacht. Hij in de aalbessen en ik in de tomaten. De eerste jaren waren fantastisch; ik had een goede boterham. Mijn tomaten stonden in de volle grond. Tegenwoordig is het allemaal substraat en worden de tomatenplanten als ze genoeg hebben gegeven, weggegooid. Ik deed dat anders, maar ik moest wel met geënte tomaten werken omdat ik ze in de volle grond liet staan. Mijn tomaten smaakten heerlijk, vond iedereen. Toch wilden de meesten in het buitenland van die waterballen, want die waren een stuk goedkoper.” Jaap had op zijn land ook drie serres, druivenkassen, met bekende rassen als Alicante, Frankentahler en Muscat. Het krenten deed hij met zijn gezinnetje, zijn vrouw en twee kinderen.

Op den duur was het geen vetpot meer. Ondanks dat Jaap in het voorjaar in de druivenkas radijs teelde, ’s zomers meloenen, snijbonen en selderij en in de wintermaanden zich verhuurde als spruitenplukker, heeft hij er een punt achter gezet. Dat zijn bedrijf in een saneringsgebied lag, maakte het een stuk gemakkelijker. “Eigenlijk vond ik het niet zo heel erg. Ik ben bij particulieren bloementuintjes gaan doen. Op een gegeven moment had ik zoveel klanten, dat ik er aardig van rond kon komen.”

 

Eigen tuintje

Nu is Jaap elke dag in zijn tuintje naast het huis te vinden. Hij is graag in de weer met zijn plantjes en bloemen, maar gemakkelijk gaat het niet meer. Zijn zoon en kleinzoon helpen waar nodig, bijvoorbeeld met het spitten. “Ze hebben een krukje voor me gekocht waar ik lekker op kan zitten. Het op mijn knieën zitten gaat trouwens nog hartstikke goed. Een krop sla afsnijden lukt niet meer, daar heb ik geen kracht meer voor.” Jaap eet niet alles zelf op wat hij verbouwt; zo groot is zijn honger niet meer. Het meeste geeft hij weg.

Zo’n anderhalf jaar geleden reed Jaap zelf nog auto. Pas op zijn veertigste heeft hij zijn rijbewijs gehaald. “In één keer”, zegt hij niet zonder trots. “Ik zat vanaf mijn twaalfde al op de tractor, dus zo heel moeilijk was dat niet.” Ondanks het steeds drukker wordende verkeer op de weg, heeft Jaap nooit een aanrijding veroorzaakt. “Een mirakel en dat wilde ik ook graag zo houden. Voordat ik poppenkast krijg, ben ik er maar mee gestopt. In al die jaren ben ik trouwens ook maar één keer aangereden.” Dat hij een punt achter het autorijden heeft gezet, heeft ook te maken met een fysiek ongemak. “Lopen gaat niet meer zo goed. Er komen steeds meer auto’s op het pleintje en als ik dan een keer met de auto was weggeweest, kon ik niet meer voor de deur parkeren. Het kostte me steeds meer moeite om van de auto naar huis te lopen. Tegenwoordig gebruikt hij de scootmobiel als hij ergens heel wil. Bijvoorbeeld om in de Infirmerie een potje bingo te spelen.

 

Nadenken is goed

Vervelen doet Jaap zich niet. Met de iPad kan hij aardig overweg. Voor het laatste nieuws, het weerbericht of een spelletje patience. Als hij even niets te doen heeft, pakt hij zijn puzzelboekje. “Dan moet ik nadenken en dat is goed voor mijn geheugen. Daar doe ik het ook voor.”

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit artikel is uit 2016. Jaap is inmiddels overleden maar we denken terug aan een gezellige passagier, met mooie verhalen.


Maak jouw eigen website met JouwWeb